Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
doof, slechthorend
partly or completely unable to hear
Voorbeelden
The deaf child communicates using sign language.
Het dove kind communiceert met gebarentaal.
He became deaf after a childhood illness damaged his hearing.
Hij werd doof nadat een kinderziekte zijn gehoor had beschadigd.
02
doof, onontvankelijk
deliberately unresponsive to advice, appeals, or information
Voorbeelden
The committee remained deaf to repeated calls for transparency and released no statement.
De commissie bleef doof voor de herhaalde oproepen tot transparantie en gaf geen verklaring af.
He was deaf to warnings about the project's financial risks and pressed ahead anyway.
Hij was doof voor waarschuwingen over de financiële risico's van het project en ging desondanks door.
01
doven, mensen met een gehoorbeperking
people who have severe or total hearing loss, often forming a distinct linguistic and cultural community that uses sign languages and shared practices
Voorbeelden
The school offers specialized programs to support the education of the deaf in the district.
De school biedt gespecialiseerde programma's aan om het onderwijs voor doven in het district te ondersteunen.
Many services now include captioning and interpreters to make events accessible for the deaf.
Veel diensten omvatten nu ondertiteling en tolken om evenementen toegankelijk te maken voor doven.
Lexicale Boom
deafen
deafness
deaf



























