Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to count on
[phrase form: count]
01
rekenen op, vertrouwen op
to put trust in something or someone
Transitive: to count on sb/sth
Ditransitive: to count on sb/sth to do sth
Voorbeelden
You can count on me to help you with the project; I'm always here for support.
Je kunt rekenen op mij om je te helpen met het project; ik ben er altijd voor ondersteuning.
In times of trouble, you can count on your friends to offer a helping hand.
In tijden van problemen kun je rekenen op je vrienden om een helpende hand te bieden.



























