Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Confection
01
suikergoed, zoetigheid
a sweet food or treat made from sugar or chocolate, often enjoyed as a dessert or snack
Voorbeelden
The bakery displayed a delightful range of confections, from chocolate truffles to candied fruits.
De bakkerij toonde een heerlijk assortiment van zoetigheden, van chocoladetruffels tot gekonfijte vruchten.
The holiday market had stalls selling various confections, and the children could n't decide which one to try first.
De vakantiemarkt had kraampjes die verschillende zoetigheden verkochten, en de kinderen konden niet beslissen welke ze eerst zouden proberen.
02
bereiding, mengsel
the process of combining various ingredients to produce something, often a medicine or drink
Voorbeelden
The herbalist 's confection of different herbs resulted in a potent medicine for colds.
De bereiding van verschillende kruiden door de kruidkundige resulteerde in een krachtig medicijn tegen verkoudheid.
Each morning, she indulged in the confection of her signature tea blend, mixing green tea with rose petals and a hint of mint.
Elke ochtend genoot ze van de bereiding van haar kenmerkende theemelange, waarbij ze groene thee mengde met rozenblaadjes en een vleugje munt.
to confection
01
tot een lekkernij maken, een snoepje bereiden
make into a confection
Lexicale Boom
confectionery
confection
confect



























