Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to compel
01
dwingen, noodzaken
to make someone do something
Ditransitive: to compel sb to do sth
Voorbeelden
The convincing argument compelled her to change her stance on the issue.
Het overtuigende argument drong haar ertoe haar standpunt over de kwestie te veranderen.
The law compels companies to disclose certain financial information.
De wet dwingt bedrijven om bepaalde financiële informatie openbaar te maken.
02
dwingen, noodzaken
to cause something to be necessary or to make it inevitable
Transitive: to compel an action or approach
Voorbeelden
The gravity of the situation compelled a change in our approach.
De ernst van de situatie drong een verandering in onze aanpak af.
The complexity of the project compelled additional resources.
De complexiteit van het project vereiste extra middelen.
Lexicale Boom
compelling
compel



























