agglomeration
agg
ˌəg
ēg
lo
laa
me
ra
ˈreɪ
rei
tion
ʃən
shēn
British pronunciation
/ɐɡlˌɒməɹˈe‍ɪʃən/

Definitie en betekenis van "agglomeration"in het Engels

01

opeenhoping, stapel

a group of many different things gathered together in a messy or irregular way
example
Voorbeelden
The attic was filled with an agglomeration of old furniture and boxes.
De zolder was gevuld met een opeenhoping van oud meubilair en dozen.
The market was an agglomeration of stalls, colors, and sounds.
De opeenhoping was een verzameling van kraampjes, kleuren en geluiden.
02

agglomeratie, opeenhoping

the action of bringing separate things together into a single clustered whole
example
Voorbeelden
The rapid agglomeration of small villages created a sprawling city.
De snelle agglomeratie van kleine dorpen creëerde een uitgestrekte stad.
Scientists studied the agglomeration of particles under high pressure.
Wetenschappers bestudeerden de agglomeratie van deeltjes onder hoge druk.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store