Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Agglomeration
01
opeenhoping, stapel
a group of many different things gathered together in a messy or irregular way
Voorbeelden
The attic was filled with an agglomeration of old furniture and boxes.
De zolder was gevuld met een opeenhoping van oud meubilair en dozen.
The market was an agglomeration of stalls, colors, and sounds.
De opeenhoping was een verzameling van kraampjes, kleuren en geluiden.
02
agglomeratie, opeenhoping
the action of bringing separate things together into a single clustered whole
Voorbeelden
The rapid agglomeration of small villages created a sprawling city.
De snelle agglomeratie van kleine dorpen creëerde een uitgestrekte stad.
Scientists studied the agglomeration of particles under high pressure.
Wetenschappers bestudeerden de agglomeratie van deeltjes onder hoge druk.
Lexicale Boom
agglomeration
agglomerate
agglomer



























