Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Carrot
01
wortel, peen
a long orange vegetable that grows beneath the ground and is eaten cooked or raw
Voorbeelden
He pretended the carrot was a microphone and sang a silly song in front of the mirror.
Hij deed alsof de wortel een microfoon was en zong een dom liedje voor de spiegel.
Sarah made carrot cake with cream cheese frosting for a special occasion.
Sarah maakte worteltaart met roomkaasglazuur voor een speciale gelegenheid.
02
wortel, lokaas
something offered to someone as a means of persuasion
03
wortel, oranje wortel
orange root; important source of carotene
Lexicale Boom
carroty
carrot
