Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to cancel
01
annuleren, afzeggen
to decide or tell that something arranged before will now not happen
Transitive: to cancel a plan or event
Voorbeelden
They had to cancel their vacation plans due to unexpected work commitments.
Ze moesten hun vakantieplannen annuleren vanwege onverwachte werkverplichtingen.
The event was canceled at the last minute due to inclement weather.
Het evenement werd op het laatste moment geannuleerd vanwege het slechte weer.
02
annuleren, opzeggen
to end a formal agreement or arrangement
Transitive: to cancel an agreement
Voorbeelden
The company canceled the contract with the supplier.
Het bedrijf heeft het contract met de leverancier geannuleerd.
They decided to cancel the contract due to unforeseen circumstances.
Ze besloten het contract te annuleren vanwege onvoorziene omstandigheden.
03
annuleren, ponsen
to mark, punch, or damage a ticket or stamp to indicate it has been used or is no longer valid
Transitive: to cancel a ticket or stamp
Voorbeelden
The conductor canceled the train tickets by punching a hole through them.
De conducteur annuleerde de treinkaartjes door er een gaatje in te prikken.
She carefully canceled each stamp with a postmark to prevent reuse.
Ze heeft zorgvuldig elke postzegel geannuleerd met een poststempel om hergebruik te voorkomen.
04
annuleren, verwijderen
to remove or exclude something from a list or record
Transitive: to cancel sth
Voorbeelden
He accidentally canceled his name from the guest list.
Hij heeft per ongeluk zijn naam van de gastenlijst geannuleerd.
The editor canceled several paragraphs from the draft before publishing it.
De redacteur heeft verschillende alinea's uit het concept geschrapt voordat het werd gepubliceerd.
05
annuleren, neutraliseren
to counteract or nullify the effect or impact of something
Transitive: to cancel effects of something
Voorbeelden
The medication canceled the effects of the poison quickly.
De medicatie heeft de effecten van het gif snel tenietgedaan.
His apology helped to cancel much of the tension in the room.
Zijn verontschuldiging hielp om veel van de spanning in de kamer op te heffen.
06
annuleren, boycotten
to publicly refuse to support or invest in an organization, person, etc. due to the socially unacceptable beliefs or ideas they promote
Transitive: to cancel sb/sth
Voorbeelden
Many people decided to cancel the celebrity after the scandal.
Veel mensen besloten de beroemdheid te annuleren na het schandaal.
She was canceled by her followers after the controversial comment.
Ze werd gecanceld door haar volgers na de controversiële opmerking.
07
annuleren, boycotten
to publicly reject, boycott, or withdraw support from someone, usually due to problematic or offensive behavior
Voorbeelden
After the scandal, people started trying to cancel him.
Na het schandaal begonnen mensen te proberen hem te cancelen.
She got canceled on social media for her controversial comments.
Ze werd op sociale media gecanceld vanwege haar controversiële opmerkingen.
7.1
annuleren, verwijderen
to remove, reject, or cut someone or something out of your life, often due to disapproval
Voorbeelden
I canceled that guy from Tinder. It was n't working out.
Ik heb die kerel van Tinder geannuleerd. Het werkte niet.
She canceled her ex after he lied.
Ze heeft haar ex gecanceld nadat hij loog.
Lexicale Boom
canceled
cancel



























