Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to call down
[phrase form: call]
01
berispen, afkeuren
to tell someone they have done something wrong and express disapproval
Voorbeelden
The parent called down their child for breaking a household rule.
De ouder berispte hun kind voor het overtreden van een huishoudelijke regel.
The teacher called down the class for talking during the exam.
De leraar berispte de klas voor praten tijdens het examen.
02
oproepen, neerhalen
to make something happen or appear as if by magic
Voorbeelden
The ancient wizard could call down thunderstorms with a mere wave of his staff.
De oude tovenaar kon onweersbuien neerhalen met een simpele zwaai van zijn staf.
In the enchanted forest, the sorceress chanted a spell to call down the spirits of the ancient trees.
In het betoverde bos zong de tovenares een spreuk uit om de geesten van de oude bomen neer te halen.
03
aanroepen, smeken
to request divine help or blessings through prayer
Voorbeelden
They called down for strength during the challenging journey.
Ze riepen om kracht tijdens de uitdagende reis.
During the storm, sailors would call down for safe passage.
Tijdens de storm smeekten zeelieden om een veilige doorgang.



























