Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Builder
01
bouwer, metselaar
someone who builds or repairs houses and buildings, often as a job
Voorbeelden
The builder constructed a new housing development on the outskirts of town.
De bouwer bouwde een nieuwe woningontwikkeling aan de rand van de stad.
She hired a builder to renovate her kitchen and bathroom.
Ze huurde een bouwer in om haar keuken en badkamer te renoveren.
02
versterkend middel, additief
a substance added to soaps or detergents to increase their cleansing action
03
bouwer, stichter
a person who creates a business or who organizes and develops a country
Lexicale Boom
builder
build
