Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
Brit, Engelsman
someone from Britain, typically of British nationality or origin
Voorbeelden
The bar was filled with Brits cheering for their football team.
De bar zat vol met Britten die hun voetbalteam aanmoedigden.
As a Brit, he always insists on having tea in the afternoon.
Als Brit staat hij er altijd op om 's middags thee te drinken.
02
een brit, een jonge haring
a juvenile herring, sprat or other small fish typically less than six inches long
03
microscopische schaaldieren die voedsel vormen voor noordkapers, kleine schaaldieren die als voedsel dienen voor noordkapers
minute crustaceans forming food for right whales



























