Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to go on to
[phrase form: go]
01
verder gaan met, doorgaan naar
to move from one item or topic to the next in a sequence or discussion
Voorbeelden
The presenter went on to the next slide in the presentation.
De presentator ging verder naar de volgende dia in de presentatie.
After discussing the weather, the conversation went on to current events.
Na het bespreken van het weer, ging het gesprek verder met actuele gebeurtenissen.
02
doorgaan naar, verder reizen naar
to travel to a specific location after being somewhere else
Voorbeelden
After visiting Paris, they went on to London for the next leg of their European tour.
Na een bezoek aan Parijs gingen ze door naar Londen voor het volgende deel van hun Europese tour.
We initially stopped in New York, and then we went on to Boston.
We stopten eerst in New York, en daarna gingen we door naar Boston.



























