Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to live for
[phrase form: live]
01
leven voor, zijn leven wijden aan
to consider something or someone the most important thing or person in one's life
Voorbeelden
She lives for her children, making their happiness her top priority.
Ze leeft voor haar kinderen, hun geluk is haar hoogste prioriteit.
They live for the thrill of adventure, constantly seeking out new experiences.
Ze leven voor de kick van avontuur, altijd op zoek naar nieuwe ervaringen.



























