Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to grow apart
[phrase form: grow]
01
uit elkaar groeien, vervreemden
(of people and their relationship) to gradually become less close
Voorbeelden
Over the years, they gradually grew apart as their interests diverged.
Door de jaren heen groeiden ze uit elkaar naarmate hun interesses uiteenliepen.
The siblings found themselves growing apart as they pursued different life paths.
De broers en zussen merkten dat ze uit elkaar groeiden toen ze verschillende levenspaden volgden.



























