Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Yearling
01
klein kind, peuter
a young child
02
jaarling, jong dier tussen één en twee jaar oud
a young animal, usually a horse or a deer, that is between one and two years old
03
yearling, eenjarig veulen
a young horse that is approximately one year old
Voorbeelden
He purchased a promising yearling at the horse auction.
Hij kocht een veelbelovende jaarling op de paardenveiling.
Yearlings undergo basic handling and socialization to prepare for training.
Jaarlings ondergaan basisbehandeling en socialisatie om zich voor te bereiden op training.



























