Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
wicked
01
kwaadaardig, slecht
morally bad in principle or practice
02
kwaadaardig, boosaardig
having a deliberately harmful or dishonest nature or intent
Voorbeelden
The wicked villain plotted to overthrow the king and seize power for himself.
De boosaardige schurk smeedde een plan om de koning omver te werpen en de macht voor zichzelf te grijpen.
The novel 's antagonist was a wicked character, plotting schemes to harm others.
De antagonist van de roman was een kwaadaardig personage, dat plannen smeedde om anderen te schaden.
03
slecht, kwaadaardig
intensely or extremely bad or unpleasant in degree or quality
04
kwaadaardig, walgelijk
highly offensive; arousing aversion or disgust
05
ondeugend, speels
naughtily or annoyingly playful
06
geweldig, indrukwekkend
extremely impressive, excellent, or thrilling
InformalVoorbeelden
That concert was wicked — best night of my life!
Dat concert was geweldig—de beste nacht van mijn leven!
She pulled off a wicked trick on her skateboard.
Ze deed een geweldige truc op haar skateboard.
wicked
01
(Massachusetts) very; used to intensify an adjective or adverb
SlangVoorbeelden
That movie was wicked funny.
I'm wicked tired after that long hike.
Lexicale Boom
wickedly
wickedness
wicked
