vaccinated
vac
ˈvæk
vāk
ci
na
neɪ
nei
ted
tɪd
tid
British pronunciation
/vˈæksɪnˌe‍ɪtɪd/

Definitie en betekenis van "vaccinated"in het Engels

01

gevaccineerd

having received a vaccine, which can help prevent the spread of certain diseases by making a person immune to them
vaccinated definition and meaning
example
Voorbeelden
The school required all students to be vaccinated against measles before the start of the academic year.
De school eiste dat alle studenten tegen de mazelen waren gevaccineerd voordat het academiejaar begon.
People who are vaccinated against COVID-19 have a lower risk of severe illness if they contract the virus.
Mensen die tegen COVID-19 zijn gevaccineerd, hebben een lager risico op ernstige ziekte als ze het virus oplopen.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store