Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
unanimous
01
unaniem, eensgezind
(of a group) fully in agreement on something
Voorbeelden
The committee was unanimous in approving the new budget.
De commissie was unaniem in het goedkeuren van de nieuwe begroting.
The doctors were unanimous in their diagnosis of the patient.
De artsen waren unaniem in hun diagnose van de patiënt.
02
unaniem, eensgezind
acting or functioning as a single, undivided entity
Voorbeelden
The resolution passed with unanimous support from all member states.
De resolutie werd aangenomen met unanieme steun van alle lidstaten.
Their unanimous vote ended the debate swiftly.
Hun unanieme stemming beëindigde het debat snel.
Lexicale Boom
unanimously
unanimous
unanim
