Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
transitive verb
/ˈtrænsɪtɪv vɝːb/
/ˈtrænsɪtɪv vɜːb/
Transitive verb
Voorbeelden
A transitive verb is a verb that requires a direct object to complete its meaning.
Een transitief werkwoord is een werkwoord dat een lijdend voorwerp nodig heeft om zijn betekenis te voltooien.
Examples of transitive verbs include " eat, " " love, " and " throw. "
Voorbeelden van transitieve werkwoorden zijn "eten", "houden van" en "gooien".



























