Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
He found a tiny seashell on the beach.
Hij vond een piepklein schelpje op het strand.
She had a tiny scar on her knee from a childhood accident.
Ze had een klein litteken op haar knie van een ongeluk in haar kindertijd.
Voorbeelden
The nursery was filled with toys for the tinies to play with.
De crèche was gevuld met speelgoed waar de kleintjes mee konden spelen.
The teacher read a story to the tinies before nap time.
De leraar las een verhaal voor aan de kleintjes voor het dutje.
Lexicale Boom
tininess
tiny



























