Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to tickle
01
kietelen, tintelen
to lightly touch or stroke a sensitive part of the body, causing a tingling or laughing sensation
Transitive: to tickle sb/sth
Voorbeelden
The feather 's soft touch was enough to tickle her, making her burst into laughter.
De zachte aanraking van de veer was genoeg om haar te kietelen, waardoor ze in lachen uitbarstte.
The baby 's laughter echoed through the room as the parent gently tickled its tiny feet.
De lach van de baby echode door de kamer terwijl de ouder zachtjes zijn kleine voetjes kietelde.
02
kietelen, tintelen
to touch or move lightly with a gentle, often repetitive motion
Transitive: to tickle sth
Voorbeelden
The brush of his fingertips tickled her skin as he traced patterns on her arm.
Het kietelen van zijn vingertoppen kietelde haar huid terwijl hij patronen op haar arm tekende.
The gentle waves tickled the shore, leaving a trail of foam.
De zachte golven kietelden de kust, waardoor een spoor van schuim achterbleef.
03
kietelen, op een prettige manier stimuleren
to stimulate or excite in a positive and enjoyable manner
Transitive: to tickle someone's mind or senses
Voorbeelden
The music from the jazz band tickled my senses, making me want to dance.
De muziek van de jazzband prikkelde mijn zintuigen en maakte dat ik wilde dansen.
Her witty remarks always tickle the audience's intellect during her speeches.
Haar geestige opmerkingen prikkelen altijd het intellect van het publiek tijdens haar toespraken.
Tickle
02
kietelen, tinteling
a cutaneous sensation often resulting from light stroking
Lexicale Boom
tickler
tickling
tickling
tickle



























