Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
bilingual
01
tweetalig
able to speak, understand, or use two languages fluently
Voorbeelden
Growing up in a bilingual household, she effortlessly switched between English and Spanish.
Opgegroeid in een tweetalig huishouden, schakelde ze moeiteloos tussen Engels en Spaans.
Being bilingual can provide individuals with various cognitive and cultural benefits.
Tweetalig zijn kan individuen verschillende cognitieve en culturele voordelen bieden.
Bilingual
01
tweetalige, persoon die twee talen spreekt
a person who can speak and understand two different languages with ease and fluency
Voorbeelden
As a bilingual, she easily switches between English and Spanish.
Als tweetalige schakelt ze gemakkelijk tussen Engels en Spaans.
The school hired a bilingual to assist with translation.
De school heeft een tweetalige aangenomen om te helpen met vertalen.



























