Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to suffuse
01
doordringen, overstromen
to spread through or over something until the entire area is saturated
Transitive: to suffuse a space
Voorbeelden
The golden light of dawn suffused the sky, casting a warm glow over the waking city.
Het gouden licht van de dageraad vervulde de lucht en wierp een warme gloed over de ontwakende stad.
A feeling of peace and tranquility suffused the garden as the gentle sound of trickling water from the fountain filled the air.
Een gevoel van vrede en rust doorstroomde de tuin terwijl het zachte geluid van kabbelend water uit de fontein de lucht vulde.
02
doordringen, vervullen
to gradually fill something, typically with a quality or emotion
Transitive: to suffuse sb/sth | to suffuse sb/sth with a quality or emotion
Voorbeelden
His kind words suffused her with a sense of comfort and reassurance.
Zijn vriendelijke woorden doordrongen haar met een gevoel van troost en geruststelling.
A feeling of joy suffused the room as the news of the achievement spread.
Een gevoel van vreugde vulde de kamer terwijl het nieuws van de prestatie zich verspreidde.
Lexicale Boom
suffusion
suffusive
suffuse



























