Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
beige, beige kleur
a pale yellowish-brown color
Voorbeelden
The living room was decorated in shades of beige.
De woonkamer was gedecoreerd in tinten beige.
Her coat was a soft beige that matched the autumn leaves.
Haar jas was een zacht beige dat overeenkwam met de herfstbladeren.
02
beige, natuurlijke wol
a fabric made from natural, undyed wool, characterized by its light, pale brown color
Voorbeelden
The blanket was crafted from soft beige, giving it a natural and rustic feel.
De deken was gemaakt van zacht beige, wat het een natuurlijk en rustiek gevoel gaf.
He admired the traditional beige, known for its durability and warmth.
Hij bewonderde het traditionele beige, bekend om zijn duurzaamheid en warmte.
Voorbeelden
She painted the walls of her living room a soothing beige color to create a warm and inviting atmosphere.
Ze schilderde de muren van haar woonkamer in een rustgevende beige kleur om een warme en uitnodigende sfeer te creëren.
The cat curled up on the beige rug, blending in perfectly with its neutral tones.
De kat rolde zich op op het beige tapijt en ging perfect op in zijn neutrale tinten.



























