Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
sleedoorn, wilde pruim
a wild fruit with a sour taste and purple skin that grows on a bush
Voorbeelden
I gathered a basket of sloes from the bushes near my house.
Ik heb een mandje sleedoorn verzameld van de struiken bij mijn huis.
My grandmother 's sloe wine recipe has been passed down through generations and is always a hit at family gatherings.
Het recept voor sleedoornwijn van mijn grootmoeder is van generatie op generatie doorgegeven en is altijd een hit op familiefeesten.



























