Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to slither
01
glijden, kruipen
to move smoothly and quietly, like a snake
Intransitive
Voorbeelden
The snake silently slithered through the grass.
De slang gleed geruisloos door het gras.
The lizard deftly slithered over the rocks, blending seamlessly with its surroundings.
De hagedis gleed behendig over de rotsen en ging naadloos op in zijn omgeving.
02
glijden, kronkelen
to slide in a twisting or wavy manner
Intransitive
Voorbeelden
The tire slithered on the icy road, making it difficult to maintain control.
De band gleed over de ijzige weg, waardoor het moeilijk was om de controle te behouden.
The scarf had slithered off her shoulders in the breeze.
De sjaal was in de bries van haar schouders gegleden.
