Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to sleepwalk
01
slaapwandelen, in zijn slaap lopen
to walk or do other actions while one is sleeping
Voorbeelden
Ever since he was a child, he would occasionally sleepwalk around the house, much to his parents' surprise.
Sinds zijn kindertijd liep hij af en toe slaapwandelend door het huis, tot grote verbazing van zijn ouders.
She was startled to find her brother sleepwalking through the living room in the middle of the night.
Ze schrok toen ze haar broer midden in de nacht slaapwandelend door de woonkamer zag lopen.
Lexicale Boom
sleepwalker
sleepwalking
sleepwalk
