Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Sinking
01
zinken, ondergang
the downward movement of an object through a liquid, especially water, due to gravity or loss of buoyancy
Voorbeelden
The boat capsized, leading to its slow sinking into the lake.
De boot kapseisde, wat leidde tot een langzaam zinken in het meer.
The sinking of the ship was recorded in maritime history.
Het zinken van het schip werd vastgelegd in de maritieme geschiedenis.
02
verzinking, verval
a slow fall or decline (as for lack of strength)
03
zinken, instorting
a feeling caused by uneasiness or apprehension
Lexicale Boom
sinking
sink



























