Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
sinewy
01
gespierd, zenuwachtig
having a lean and muscular physique, characterized by strength and agility
Voorbeelden
The sinewy athlete sprinted effortlessly across the finish line, her muscles rippling with each stride.
De gespierde atlete sprintte moeiteloos over de finishlijn, haar spieren golvend met elke stap.
His sinewy arms and legs were evidence of the years he spent training as a competitive swimmer.
Zijn gespierde armen en benen waren het bewijs van de jaren die hij als wedstrijdzwemmer had getraind.
02
vezelig, pezig
(of food) containing tough, fibrous tissue that can be difficult to chew or break down
Voorbeelden
The roast was sinewy and hard to cut through with a knife.
Het braadstuk was vezelig en moeilijk door te snijden met een mes.
The beef stew had sinewy chunks of meat that were chewy.
De rundervleesstoofpot had vezelige stukken vlees die taai waren.
03
composed of or resembling tendons
Voorbeelden
The animal's sinewy neck was visible beneath its fur.
A sinewy cord connected the bone to the muscle.
