sicken
si
ˈsɪ
si
cken
kən
kēn
British pronunciation
/sˈɪkən/

Definitie en betekenis van "sicken"in het Engels

to sicken
01

walgen, ergeren

to cause strong offense to someone's morals
Transitive: to sicken sb
to sicken definition and meaning
example
Voorbeelden
The cruel treatment of animals sickened the activists.
De wrede behandeling van dieren deed de activisten walgen.
He often sickens at the sight of injustice.
Hij walgt vaak bij het zien van onrecht.
02

ziek worden, ziekelijk worden

to become ill or sick
Intransitive
example
Voorbeelden
After eating the spoiled seafood, he began to sicken.
Na het eten van de bedorven zeevruchten begon hij ziek te worden.
She started to sicken during the long, bumpy car ride.
Ze begon ziek te worden tijdens de lange, hobbelige autorit.
03

ziek maken, verzwakken

to cause someone to feel ill or unwell
Transitive: to sicken sb
example
Voorbeelden
The contaminated water sickened many villagers.
Het vervuilde water maakte veel dorpsbewoners ziek.
The spoiled meat in the dish sickened the diners.
Het bedorven vlees in het gerecht maakte de eters ziek.
04

misselijk maken, walgen

to cause someone to feel upset or queasy
Transitive: to sicken sb
example
Voorbeelden
The gory details of the story sickened him to his stomach.
De bloederige details van het verhaal maakten hem misselijk tot in zijn maag.
The sight of the decayed food sickened everyone at the table.
De aanblik van het bedorven voedsel maakte iedereen aan tafel misselijk.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store