Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to run across
[phrase form: run]
01
tegen het lijf lopen, toevallig ontmoeten
to meet someone unexpectedly
Transitive: to run across sb
Voorbeelden
I ran across an old friend from high school at the mall yesterday.
Gisteren liep ik in het winkelcentrum per ongeluk een oude vriend van de middelbare school tegen het lijf.
On my way to the store, I ran across an old neighbor I had n't seen in years.
Op weg naar de winkel liep ik een oude buurman tegen het lijf die ik al jaren niet had gezien.
02
toevallig tegenkomen, per ongeluk vinden
to find something unexpectedly
Transitive: to run across sth
Voorbeelden
I ran across an old photo album while cleaning out the attic.
Ik liep tegen een oud fotoalbum aan tijdens het opruimen van de zolder.
She ran across an interesting article while researching online.
Ze kwam een interessant artikel tegen tijdens het online onderzoeken.



























