Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
onbeleefd, grof
(of a person) having no respect for other people
Voorbeelden
Anna is so rude, she always interrupts when others are speaking.
Anna is zo onbeschoft, ze onderbreekt altijd als anderen aan het praten zijn.
He 's quite rude, always shouting at people for no reason.
Hij is behoorlijk onbeschoft, schreeuwt altijd zonder reden tegen mensen.
02
grof, onfatsoenlijk
relating to sex or the toilet in a way that is humorous but considered slightly inappropriate
Voorbeelden
The comedian 's rude humor was n't for everyone, but it cracked up the crowd.
De grove humor van de komiek was niet voor iedereen, maar hij liet de menigte lachen.
She rolled her eyes when he made another rude comment about the bathroom.
Ze rolde met haar ogen toen hij weer een onbeschofte opmerking maakte over de badkamer.
Voorbeelden
It was rude of him to interrupt the speaker during the presentation.
Het was onbeleefd van hem om de spreker tijdens de presentatie te onderbreken.
She found his rude comments about her appearance to be quite hurtful.
Ze vond zijn onbeleefde opmerkingen over haar uiterlijk behoorlijk kwetsend.
04
rudimentair, primitief
belonging to an early stage of technical development; characterized by simplicity and (often) crudeness
05
ruw, onbewerkt
(used especially of commodities) being unprocessed or manufactured using only simple or minimal processes
Lexicale Boom
rudely
rudeness
rude
