Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
present participle
/pɹˈɛzənt pɑːɹtˈɪsɪpəl/
/pɹˈɛzənt pɑːtˈɪsɪpəl/
Present participle
01
tegenwoordig deelwoord, onvoltooid deelwoord
(grammar) a verb form that typically ends in -ing and is used to indicate ongoing actions, continuous states, or simultaneous actions in relation to the main verb of a sentence
Voorbeelden
The present participle of " run " is " running. "
Het tegenwoordig deelwoord van "run" is "running".
When forming the progressive aspect, the present participle shows continuous action.
Bij het vormen van het progressieve aspect toont het tegenwoordig deelwoord een doorlopende actie.
