Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to play back
[phrase form: play]
01
terug afspelen, opnieuw afspelen
to listen to or watch something again after recording it
Transitive: to play back sth
Voorbeelden
As soon as they finished filming the scene, they played it back to check for any errors.
Zodra ze klaar waren met het filmen van de scène, speelden ze hem terug om te controleren op fouten.
After recording his grandmother's stories, he played them back to the family, bringing back cherished memories.
Nadat hij de verhalen van zijn grootmoeder had opgenomen, speelde hij ze af voor de familie, wat dierbare herinneringen terugbracht.
02
terugspelen, herinneren
to recall a sequence of events or emotions, often mentally
Transitive: to play back a memory
Voorbeelden
As she looked at the empty chair across the table, she played back all the meals they had shared there, each memory bittersweet.
Terwijl ze naar de lege stoel aan de overkant van de tafel keek, speelde ze alle maaltijden die ze daar hadden gedeeld terug, elke herinnering bitterzoet.
As I sat in the quiet room, I played back our laughter-filled nights in my mind, yearning for those happier times.
Toen ik in de stille kamer zat, speelde ik onze lachwekkende nachten in mijn gedachten af, verlangend naar die gelukkigere tijden.



























