plan
plan
plæn
plān
British pronunciation
/plæn/

Definitie en betekenis van "plan"in het Engels

01

plan, project

a chain of actions that will help us reach our goals
Wiki
plan definition and meaning
example
Voorbeelden
The project manager presented a detailed plan outlining the phases of the construction.
De projectmanager presenteerde een gedetailleerd plan waarin de fasen van de bouw werden beschreven.
We need to devise a strategic plan to expand our market presence.
We moeten een strategisch plan bedenken om onze marktpositie uit te breiden.
02

plan, ontwerp

a drawing of a building, city, etc. that shows its position, size, or shape in details
plan definition and meaning
example
Voorbeelden
The architect presented the plan of the new library to the city council.
De architect presenteerde het plan van de nieuwe bibliotheek aan de gemeenteraad.
The city planners reviewed the plan of the new park to ensure it met all requirements.
De stadsplanners beoordeelden het plan van het nieuwe park om ervoor te zorgen dat het aan alle eisen voldeed.
03

plan, project

an arrangement scheme
04

plan, project

a specific intention or purpose, often related to future actions or goals
example
Voorbeelden
She made a plan to save money for her dream vacation.
Ze maakte een plan om geld te sparen voor haar droomvakantie.
His plan to start a new business took months of careful preparation.
Zijn plan om een ​​nieuw bedrijf te starten kostte maanden van zorgvuldige voorbereiding.
to plan
01

plannen, voorbereiden

to decide on and make arrangements or preparations for something ahead of time
Transitive: to plan an event or activity
to plan definition and meaning
example
Voorbeelden
They planned the trip months in advance to ensure everything was in place.
Ze hebben de reis maanden van tevoren gepland om ervoor te zorgen dat alles op zijn plaats was.
Months before the wedding, they planned every detail to perfection.
Maanden voor de bruiloft planden ze elk detail tot in de perfectie.
02

plannen, van plan zijn

to intend or expect to do something in the future
Transitive: to plan to do sth | to plan on sth
example
Voorbeelden
I plan to go to the beach this weekend.
Ik plan dit weekend naar het strand te gaan.
I plan to learn a new language by taking online courses.
Ik plan een nieuwe taal te leren door online cursussen te volgen.
03

plannen, ontwerpen

to devise or project a strategy or course of action to achieve or realize a goal
Transitive: to plan a course of action
example
Voorbeelden
She planned her career path carefully, setting long-term goals to reach her dream job.
Ze plande haar carrièrepad zorgvuldig, met het stellen van langetermijndoelen om haar droombaan te bereiken.
The company planned its expansion into international markets.
Het bedrijf plande zijn uitbreiding naar internationale markten.
04

plannen, ontwerpen

to design or create a blueprint, layout, or diagram for a project or undertaking
Transitive: to plan a structure
example
Voorbeelden
The architect plans the building by drafting detailed blueprints.
De architect plant het gebouw door gedetailleerde blauwdrukken te maken.
Before starting the project, they carefully planned the layout to ensure efficiency.
Voordat ze het project startten, planden ze zorgvuldig de lay-out om efficiëntie te waarborgen.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store