Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
She felt a deep sense of pity for the homeless man shivering in the cold.
Ze voelde een diep gevoel van medelijden voor de dakloze man die rilde van de kou.
The news of the natural disaster stirred a wave of pity and compassion among the community.
Het nieuws van de natuurramp veroorzaakte een golf van medelijden en mededogen in de gemeenschap.
02
jammer, ongeluk
an unfortunate development
03
medelijden, compassie
the humane quality of understanding the suffering of others and wanting to do something about it
to pity
01
beklagen, medelijden hebben
to feel sorrow or compassion for the misfortunes or suffering of someone.
Transitive: to pity sb/sth
Voorbeelden
She could n't help but pity the stray dog shivering in the cold.
Ze kon het niet helpen om medelijden te hebben met de zwerfhond die rilde van de kou.
They pitied the homeless family they encountered.
Ze hadden medelijden met het dakloze gezin dat ze tegenkwamen.
Lexicale Boom
piteous
pitiable
pitiful
pity



























