Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to pick at
[phrase form: pick]
01
mierenneuken, zeuren
to frequently criticize someone about small issues
Voorbeelden
Critics always seem to pick at her performances no matter how well she does.
Critici lijken altijd haar optredens te bekritiseren, hoe goed ze het ook doet.
He has a tendency to pick at small mistakes in other people's work.
Hij heeft de neiging om kleine fouten in het werk van anderen eruit te pikken.
02
friemelen aan, peuteren
to touch or tug on something repeatedly
Voorbeelden
It 's not good to pick at scabs; it might lead to scars.
Het is niet goed om aan korstjes te peuteren; het kan littekens veroorzaken.
Children often pick at stickers until they peel them off entirely.
Kinderen peuteren vaak aan stickers tot ze ze helemaal lospeuteren.
03
peuzelen, zonder eetlust eten
to eat only a small amount of food
Voorbeelden
She just picked at her food during dinner, claiming she was n't hungry.
Ze heeft tijdens het diner alleen maar aan haar eten zitten pikken, met de bewering dat ze niet hongerig was.
If you keep picking at your meals, you wo n't get enough nutrients.
Als je blijft peuteren aan je maaltijden, krijg je niet genoeg voedingsstoffen binnen.



























