Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
In the pet store, you can find various types of pets, such as birds, rodents, and reptiles.
In de dierenwinkel kun je verschillende soorten huisdieren vinden, zoals vogels, knaagdieren en reptielen.
Jane 's pet is a fluffy and playful golden retriever.
Jans huisdier is een pluizige en speelse golden retriever.
02
pruil, slecht humeur
a fit of petulance or sulkiness (especially at what is felt to be a slight)
03
lieveling, favoriet
a special loved one
to pet
01
aaien, verwennen
to stroke or caress an animal as a gesture of care or attention
Transitive: to pet an animal
Voorbeelden
She pets her cat gently, enjoying the soothing purrs that follow.
Ze aait zachtjes haar kat, genietend van de kalmerende gespin die volgt.
The children eagerly petted the friendly dog at the animal shelter.
De kinderen aaiden vol enthousiasme de vriendelijke hond in het dierenasiel.
02
aaien, knuffelen
to touch or caress someone or something gently and affectionately
Intransitive
Voorbeelden
The couple spent the evening petting on the park bench, oblivious to the world around them.
Het stel bracht de avond door met elkaar te knuffelen op het bankje in het park, onbewust van de wereld om hen heen.
After a romantic dinner, they retired to their room and spent the night petting and whispering sweet nothings.
Na een romantisch diner trokken ze zich terug in hun kamer en brachten de nacht door met aaien en zoete woordjes fluisteren.
01
favoriet, uitverkoren
preferred above all others and treated with partiality



























