Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Penance
01
boetedoening, verzoening
a punishment imposed by a priest or oneself in order to express regret for the sins committed
Voorbeelden
The priest gave him a penance of praying the rosary daily for a month.
De priester gaf hem een boetedoening van dagelijks de rozenkrans bidden voor een maand.
She performed penance by fasting and donating to the poor.
Zij deed boete door te vasten en aan de armen te geven.
02
boete, berouw
a feeling of regret for one's past actions
Voorbeelden
She felt deep penance for betraying her friend's trust and wanted to make amends.
Ze voelde diepe berouw voor het verraden van het vertrouwen van haar vriendin en wilde het goedmaken.
His penance was evident in the way he tried to rectify his past actions through selfless deeds.
Zijn boetedoening was duidelijk in de manier waarop hij probeerde zijn vroegere daden recht te zetten door onbaatzuchtige daden.
03
boetedoening, verzoening
voluntary suffering or inconvenience accepted as an apology or to make amends
Voorbeelden
As penance for his mistake, he volunteered at the shelter every weekend for a month.
Als boetedoening voor zijn fout werkte hij een maand lang elk weekend als vrijwilliger in het asiel.
He viewed his long hours of community service as penance for the harm he had caused.
Hij beschouwde zijn lange uren gemeenschapsdienst als boetedoening voor de schade die hij had veroorzaakt.



























