Zoeken
to patch up
[phrase form: patch]
01
repareren, bij elkaar brengen
to repair something quickly or temporarily
Example
After the storm, we had to patch up the roof to prevent any leaks.
Na de storm moesten we het dak repareren om lekken te voorkomen.
He patched the hole up with some tape until he could get it properly fixed.
Hij repareerde het gat met wat tape totdat hij het goed kon laten fixen.
02
het bijleggen, verzoenen
to put an end to an argument with someone in order to make peace with them
Example
They had a huge fight but managed to patch up before the day ended.
Ze hadden een heftige ruzie maar slaagden erin het bij te leggen voordat de dag eindigde.
After the dispute over the inheritance, the siblings needed some time to patch their relationship up.
Na het geschil over de erfenis hadden de broers en zussen wat tijd nodig om hun relatie bij te leggen.
