Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Aviator
01
vliegenier, piloot
a person who operates an aircraft
Voorbeelden
The experienced aviator navigated through turbulent weather with ease.
De ervaren vlieger navigeerde moeiteloos door turbulente weersomstandigheden.
She trained for years to become a licensed aviator.
Ze trainde jarenlang om een gelicentieerde vlieger te worden.



























