pair
pair
pɛr
per
British pronunciation
/pˈe‍ə/

Definitie en betekenis van "pair"in het Engels

01

paar, duo

a set of two matching items that are designed to be used together or regarded as one
pair definition and meaning
example
Voorbeelden
She bought a new pair of earrings to match her evening gown.
Ze kocht een nieuw paar oorbellen om bij haar avondjurk te passen.
He could n't find a matching pair of socks in the laundry basket.
Hij kon geen passend paar sokken vinden in de wasmand.
02

paar

two items of the same kind
03

paar, koppel

two people considered as a unit
04

paar, tweetal

a poker hand with 2 cards of the same value
to pair
01

een paar vormen, paren

form a pair or pairs
02

paren, combineren

to connect or combine two objects, ideas, or people, often because they complement or work well together
example
Voorbeelden
She decided to pair her red scarf with a black dress for contrast.
Ze besloot haar rode sjaal te paren met een zwarte jurk voor contrast.
The chef expertly paired wine with each dish to enhance the flavors.
De chef heeft vakkundig wijn gekoppeld aan elk gerecht om de smaken te versterken.
03

paren, copuleren

engage in sexual intercourse
04

paren, koppelen

arrange in pairs
05

paren, een paar vormen

occur in pairs
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store