Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
autonomous
01
autonoom
(of a person) able to do things and make decisions independently
02
autonoom, onafhankelijk
(of countries, organizations, regions, etc.) not governed by another force, and is in control of itself
Voorbeelden
The region was granted autonomous status, allowing it to make its own political and economic decisions.
De regio kreeg een autonome status, waardoor het zijn eigen politieke en economische beslissingen kan nemen.
The university operates as an autonomous institution, managing its own affairs independently of the government.
De universiteit functioneert als een autonome instelling, die haar eigen zaken onafhankelijk van de regering beheert.
03
autonoom, onafhankelijk
existing as an independent entity
Lexicale Boom
autonomously
nonautonomous
autonomous
autonom
