Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Outsider
01
buitenstaander, vreemdeling
a person who is not a member of a particular group, society, etc.
Voorbeelden
The small town was suspicious of outsiders, rarely trusting strangers.
Het kleine stadje was wantrouwig tegenover buitenstaanders, zelden vertrouwend op vreemden.
In the debate, he played the role of the outsider, challenging traditional views.
In het debat speelde hij de rol van de buitenstaander, waarbij hij traditionele opvattingen uitdaagde.
02
buitenstaander, dissident
a person who does not conform to normative taboos or self-centered community norms
Voorbeelden
That outsider never followed the typical rules of the clique.
Die buitenstaander volgde nooit de typische regels van de kliek.
Everyone noticed she 's an outsider because she questions community norms.
Iedereen merkte op dat ze een buitenstaander is omdat ze de gemeenschapsnormen in twijfel trekt.
03
outsider, de underdog
a participant, team, or horse that is considered unlikely to win or achieve success, often due to lower ranking, lesser experience, or underdog status
Voorbeelden
The outsider surprised everyone by advancing to the semifinals of the tournament.
De outsider verraste iedereen door door te gaan naar de halve finales van het toernooi.
She focused on improving her skills and mental toughness to overcome the outsider label.
Ze richtte zich op het verbeteren van haar vaardigheden en mentale veerkracht om het outsider-label te overwinnen.



























