Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to outnumber
01
in de meerderheid zijn, talrijker zijn dan
to be greater in number than someone or something else
Transitive: to outnumber a group
Voorbeelden
The students outnumbered the teachers in the classroom.
De studenten overtroffen in aantal de leraren in het klaslokaal.
In the meeting, women outnumbered men by a significant margin.
In de vergadering overtroffen vrouwen de mannen met een aanzienlijke marge.



























