Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Nipper
01
schaar, grijper
a grasping structure on the limb of a crustacean or other arthropods
02
kleuter, peuter
a young child or toddler, often used in an informal or playful context
Voorbeelden
The nipper enjoyed running around the park with boundless energy.
De kleuter genoot ervan om met grenzeloze energie door het park te rennen.
She laughed as the little nipper tried to imitate the family dog ’s antics.
Ze lachte toen de kleine probeerde de capriolen van de familiehond na te doen.
Lexicale Boom
nipper
nip



























