Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to mistake
01
zich vergissen, een fout maken
to be wrong or make an error
Transitive: to mistake sth
Voorbeelden
They mistook the address and ended up at the wrong location.
Ze hebben het adres verkeerd begrepen en kwamen op de verkeerde locatie terecht.
I hope I do n't mistake the dates and miss the deadline.
Ik hoop dat ik de data niet verkeerd heb en de deadline niet mis.
02
verwarren, aanzien voor
to incorrectly think someone or something is a different person or thing
Transitive: to mistake sb/sth for sb/sth
Voorbeelden
I mistook her for my cousin when she walked into the room.
Ik verwarde haar met mijn nichtje toen ze de kamer binnenliep.
At the party, I mistook a stranger for my brother.
Op het feest verwarde ik een vreemdeling met mijn broer.
Mistake
Voorbeelden
Recognizing and admitting your mistakes is the first step toward personal growth.
Het herkennen en toegeven van je fouten is de eerste stap naar persoonlijke groei.
Making a mistake does n't define your worth; it's an opportunity to learn and improve.
Een fout maken bepaalt niet je waarde; het is een kans om te leren en te verbeteren.
02
fout, vergissing
a specific part of a statement, calculation, or document that is not correct
Voorbeelden
There is a mistake in the third line of your essay.
Er zit een fout in de derde regel van je essay.
The accountant found a mistake in the financial report.
De accountant vond een fout in het financiële rapport.
Lexicale Boom
mistaken
mistaking
mistake



























