Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
miniscule
01
minuscuul, gering
very small in size or importance
Voorbeelden
The chances of winning the lottery are minuscule.
De kans om de loterij te winnen is minuscuul.
She noticed a minuscule crack in the glass that was barely visible.
Ze merkte een minuscuul barstje in het glas op dat nauwelijks zichtbaar was.
