Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to malign
01
belasteren, diffameren
to say bad and untrue things about someone, typically to damage their reputation
Transitive: to malign sb/sth
Voorbeelden
They believed he had maligned them to advance his own career.
Ze geloofden dat hij hen had belasterd om zijn eigen carrière vooruit te helpen.
The opposition group is actively maligning the government during election season.
De oppositiegroep lastert de regering actief tijdens het verkiezingsseizoen.
malign
01
schadelijk, kwaadaardig
causing damage or working to corrupt
Voorbeelden
The malign influence of corruption weakened the nation.
De schadelijke invloed van corruptie verzwakte de natie.
A malign force seemed to haunt the village.
Een kwaadaardige kracht leek het dorp te achtervolgen.
02
kwaadaardig, vijandig
showing intense ill will
Voorbeelden
She gave him a malign glare across the room.
Ze gaf hem een kwaadaardige blik van over de kamer.
His malign words cut deep.
Zijn kwaadaardige woorden sneden diep.
Lexicale Boom
malignance
malignant
maligner
malign



























