Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to look on
[phrase form: look]
01
toekijken zonder tussenkomst, als toeschouwer aanwezig zijn
to watch an event or incident without getting involved
Intransitive
Voorbeelden
Passers-by simply looked on as the two men argued heatedly on the sidewalk.
Voorbijgangers keken gewoon toe terwijl de twee mannen heftig aan het argumenteren waren op de stoep.
The villagers looked on with apprehension as the strangers entered their town.
De dorpsbewoners keken met bezorgdheid toe terwijl de vreemdelingen hun stad binnenkwamen.
02
beschouwen, kijken naar
to regard someone or something in a particular way, especially with a specific perspective or understanding
Complex Transitive: to look on sb/sth with a specific attitude | to look on sb/sth as sb/sth
Voorbeelden
The teacher looked on the student's essay with favor, admiring its creativity and insightful analysis.
De leraar keek met instemming naar het essay van de student en bewonderde de creativiteit en het inzichtelijke analyse.
The manager looked on the new employee with skepticism, wondering if he would be able to handle the demanding workload.
De manager keek naar de nieuwe werknemer met scepsis en vroeg zich af of hij de veeleisende werkdruk aankon.



























