Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to look like
[phrase form: look]
01
lijken op, eruit zien als
to resemble a thing or person in appearance
Voorbeelden
The puppy looks like a miniature version of its mother.
De puppy lijkt op een miniatuurversie van zijn moeder.
The new student looks like her older sister; they have the same eyes and smile.
De nieuwe student lijkt op haar oudere zus; ze hebben dezelfde ogen en glimlach.
02
lijken op, de indruk geven van
to give the impression or suggestion of being a certain way
Voorbeelden
Her messy desk looks like she's been working on multiple projects at once.
Haar rommelige bureau ziet eruit alsof ze aan meerdere projecten tegelijk werkt.
His confident stride looked exactly like he knew where he was going.
Zijn zelfverzekerde pas leek precies alsof hij wist waar hij naartoe ging.
